Phelsuma breviceps
Duitse naam: Kurzkopf-Taggecko
Introductie en verspreidingsgebied:
De Phelsuma breviceps is een hagedis uit de familie Gekkota en behoort tot de onderfamilie Gekkonidae. Hij is vernoemd naar de bioloog Boettger die deze in 1894 ontdekte. Hun leefgebied bestaat voornamelijk uit het zuid-oosten van Madagaskar, waar hij voornamelijk in bosjes of op bomen te vinden is. In tegenstelling tot andere phelsuma's bestaat het dieet van deze diertjes voornamelijk uit insecten, waar andere phelsuma soorten ook fruit eten.
Algemene informatie:
Hoewel de meeste Phelsumasoorten erg fel gekleurd zijn, geldt dat niet voor deze soort. De huid van de Phelsuma breviceps bestaat uit meer ingetogenere kleuren, desalniettemin zijn het mooie diertjes. Het is een van de kleinere Phelsuma soorten, waarvan de dieren ongeveer een totaallengte van 10-12 centimeter zullen bereiken. De dieren zijn mollig/gedrongen van postuur, vandaar de Latijnse naam die zich laat vertalen als kort hoofdig.
De dieren hebben als basis een grijs/bruine kleur. Over de gehele rugzijde (van kop tot einde staart) zie je kleine donkere vlekjes/stippen, van de nek tot aan de staart heeft deze soort daarbij ook groen/blauwe vlekken die op de staart meer veranderen in streepjes. Het geheel maakt een marmerachtige indruk. De zijkanten zijn minder getekend en lichter van kleur.
De buikzijde is gebroken wit gekleurd. De kleuring hangt ook sterk af van de soort verlichting boven het terrarium en de stemming van de dieren.
De mannen zijn ietsjes slanker van bouw en voor de rest alleen te herkenen aan de femoraalporiën, die bij deze soort zichtbaar zijn als donkere puntjes. Als je kijkt naar exemplaren van deze soort in het wild zie je dat de dieren vrij vaak een gedegenereerde staart hebben. Ze hebben dan ook de reputatie vrij gemakkelijk hun staart af te werpen. Dit wordt ook veroorzaakt door het agressieve karakter dat vooral de mannetjes kunnen hebben.
Terrarium:
Een terrarium van minimaal (lxbxh) 40x40x60 zal volstaan voor deze soort. De verlichting voor deze soort is heel belangrijk, het beste kun je kiezen voor HQI of HQL verlichting. Je ziet soms dat mensen gebruik maken van alleen TL’s maar dan blijven de dieren toch meer bruin van kleur en komen ze niet tot hun recht. Een aparte warmtelamp moet ook geplaatst worden, zorg dat de dieren op een afstand van 10-20 cm (afhankelijk van het wattage) van de lamp zich op kunnen warmen.
Inrichting:
Wanneer u het terrarium inricht van uw gekko, houdt dan rekening met het natuurlijke gedrag van het diertje. Het terrarium zal dus beplant moeten zijn, maar denk eraan enkele open plekken over te laten zodat deze als zonneplaatsen gebruikt kunnen worden. Als beplanting kan je natuurlijk de Euphorbia stenoclada gebruiken. Hoewel het lang zal duren totdat de plant zich in het hele terrarium verspreid heeft, zal de Phelsuma breviceps er dankbaar gebruik van maken.Ook komt bamboe weer aan te pas bij het inrichten van het terrarium voor de breviceps. U kunt bamboestokken goed combineren met stukken schors en beukentakken. Dit zorgt niet alleen voor een welogend terrarium, maar creëert ook een natuurgetrouw gevoel bij de gekko.
De grondtemperatuur moet rond de 28-30°C liggen, maar tijdens de lunch mag de temperatuur stijgen tot maar liefst 36°C. In de zomer heeft de Phelsuma breviceps rond de 14 uren licht nodig, in de winter mag dit dalen tot 7-9 uur. Dit zal de winterrust simuleren die de gekko's in de wintermaanden houden.
Omdat deze soort gewend is aan een wat droger gebied mag er minder gesproeid worden dan normaal. Dit zul je ook merken, aangezien de ze weg zullen kruipen wanneer er gesproeid wordt. Om de diertjes gezond te houden zal de luchtvochtigheid rond de 40-50% moeten liggen overdag, en 's nachts rond de 60-70%. Hoewel dit de richtlijnen zijn is het handig om toch eens per maand de huid van de gekko te controleren op droge plekken etc. Mocht dit zo zijn dan moet u onmiddelijk uw luchtvochtigheidsgehalte aanpassen.
Voedsel:
Zoals al eerder vermeld staat, eten de diertjes vooral insecten en andere ongewervelde dieren. Als voedseldieren kunt u het beste krekels voor volwassenen gebruiken, en fruitvliegjes voor de jonkies. Let wel op overvoeren en vervetting, aangezien dit een groot probleem is bij deze soort. In hun oorspronkelijke habitat is voedsel ook erg schaars, dus voer ze niet teveel: 2 keer voederen, voedseldieren bepoederen met vitaminen preparaat, per week moet genoeg zijn.
Voortplanting:
De vrouwtjes leggen in het kweekseizoen 3-5 legsels. De legsels zullen overal gelegd worden behalve in de Euphorbia stenoclada, eieren worden teruggevonden in bamboestokken en schorsstammen. De eieren doen er ongeveer 6 weken over om uit te komen bij een temperatuur van 28-30 °C. Als een vrouwtje eenmaal voor een legplaats heeft gekozen blijft ze die vrij consequent gebruiken voor haar legsels.
Jongen kunnen het beste in groepen worden gekweekt, dit laat ze wennen aan het leven in een groep en andere soortgenoten. De jongen moeten als voeding hoofdzakelijk fruitvliegen krijgen, zo’n 3 keer in de week en daarnaast wekelijks een papje. Na een jaar hebben de jongen hun volwassen grootte bereikt. Tenzij ze overvoerd worden, want dan hebben ze op een jongere leeftijd al die grootte, maar dan wordt de kleur/tekening minder mooi. Het is zo dat dieren die last hebben van vervetting ook gemiddeld genomen minder oud worden.
Hanteren:
Hoewel het wat stevigere beestjes zijn moeten ze wel met voorzichtigheid behandeld worden. Het blijven phelsuma's, dus ook de breviceps heeft een makkelijk scheurbare huid.
Foto's: phelsumae.ch
Introductie en verspreidingsgebied:
De Phelsuma breviceps is een hagedis uit de familie Gekkota en behoort tot de onderfamilie Gekkonidae. Hij is vernoemd naar de bioloog Boettger die deze in 1894 ontdekte. Hun leefgebied bestaat voornamelijk uit het zuid-oosten van Madagaskar, waar hij voornamelijk in bosjes of op bomen te vinden is. In tegenstelling tot andere phelsuma's bestaat het dieet van deze diertjes voornamelijk uit insecten, waar andere phelsuma soorten ook fruit eten.
Algemene informatie:
Hoewel de meeste Phelsumasoorten erg fel gekleurd zijn, geldt dat niet voor deze soort. De huid van de Phelsuma breviceps bestaat uit meer ingetogenere kleuren, desalniettemin zijn het mooie diertjes. Het is een van de kleinere Phelsuma soorten, waarvan de dieren ongeveer een totaallengte van 10-12 centimeter zullen bereiken. De dieren zijn mollig/gedrongen van postuur, vandaar de Latijnse naam die zich laat vertalen als kort hoofdig.
De dieren hebben als basis een grijs/bruine kleur. Over de gehele rugzijde (van kop tot einde staart) zie je kleine donkere vlekjes/stippen, van de nek tot aan de staart heeft deze soort daarbij ook groen/blauwe vlekken die op de staart meer veranderen in streepjes. Het geheel maakt een marmerachtige indruk. De zijkanten zijn minder getekend en lichter van kleur.
De buikzijde is gebroken wit gekleurd. De kleuring hangt ook sterk af van de soort verlichting boven het terrarium en de stemming van de dieren.
De mannen zijn ietsjes slanker van bouw en voor de rest alleen te herkenen aan de femoraalporiën, die bij deze soort zichtbaar zijn als donkere puntjes. Als je kijkt naar exemplaren van deze soort in het wild zie je dat de dieren vrij vaak een gedegenereerde staart hebben. Ze hebben dan ook de reputatie vrij gemakkelijk hun staart af te werpen. Dit wordt ook veroorzaakt door het agressieve karakter dat vooral de mannetjes kunnen hebben.
Terrarium:
Een terrarium van minimaal (lxbxh) 40x40x60 zal volstaan voor deze soort. De verlichting voor deze soort is heel belangrijk, het beste kun je kiezen voor HQI of HQL verlichting. Je ziet soms dat mensen gebruik maken van alleen TL’s maar dan blijven de dieren toch meer bruin van kleur en komen ze niet tot hun recht. Een aparte warmtelamp moet ook geplaatst worden, zorg dat de dieren op een afstand van 10-20 cm (afhankelijk van het wattage) van de lamp zich op kunnen warmen.
Inrichting:
Wanneer u het terrarium inricht van uw gekko, houdt dan rekening met het natuurlijke gedrag van het diertje. Het terrarium zal dus beplant moeten zijn, maar denk eraan enkele open plekken over te laten zodat deze als zonneplaatsen gebruikt kunnen worden. Als beplanting kan je natuurlijk de Euphorbia stenoclada gebruiken. Hoewel het lang zal duren totdat de plant zich in het hele terrarium verspreid heeft, zal de Phelsuma breviceps er dankbaar gebruik van maken.Ook komt bamboe weer aan te pas bij het inrichten van het terrarium voor de breviceps. U kunt bamboestokken goed combineren met stukken schors en beukentakken. Dit zorgt niet alleen voor een welogend terrarium, maar creëert ook een natuurgetrouw gevoel bij de gekko.
De grondtemperatuur moet rond de 28-30°C liggen, maar tijdens de lunch mag de temperatuur stijgen tot maar liefst 36°C. In de zomer heeft de Phelsuma breviceps rond de 14 uren licht nodig, in de winter mag dit dalen tot 7-9 uur. Dit zal de winterrust simuleren die de gekko's in de wintermaanden houden.
Omdat deze soort gewend is aan een wat droger gebied mag er minder gesproeid worden dan normaal. Dit zul je ook merken, aangezien de ze weg zullen kruipen wanneer er gesproeid wordt. Om de diertjes gezond te houden zal de luchtvochtigheid rond de 40-50% moeten liggen overdag, en 's nachts rond de 60-70%. Hoewel dit de richtlijnen zijn is het handig om toch eens per maand de huid van de gekko te controleren op droge plekken etc. Mocht dit zo zijn dan moet u onmiddelijk uw luchtvochtigheidsgehalte aanpassen.
Voedsel:
Zoals al eerder vermeld staat, eten de diertjes vooral insecten en andere ongewervelde dieren. Als voedseldieren kunt u het beste krekels voor volwassenen gebruiken, en fruitvliegjes voor de jonkies. Let wel op overvoeren en vervetting, aangezien dit een groot probleem is bij deze soort. In hun oorspronkelijke habitat is voedsel ook erg schaars, dus voer ze niet teveel: 2 keer voederen, voedseldieren bepoederen met vitaminen preparaat, per week moet genoeg zijn.
Voortplanting:
De vrouwtjes leggen in het kweekseizoen 3-5 legsels. De legsels zullen overal gelegd worden behalve in de Euphorbia stenoclada, eieren worden teruggevonden in bamboestokken en schorsstammen. De eieren doen er ongeveer 6 weken over om uit te komen bij een temperatuur van 28-30 °C. Als een vrouwtje eenmaal voor een legplaats heeft gekozen blijft ze die vrij consequent gebruiken voor haar legsels.
Jongen kunnen het beste in groepen worden gekweekt, dit laat ze wennen aan het leven in een groep en andere soortgenoten. De jongen moeten als voeding hoofdzakelijk fruitvliegen krijgen, zo’n 3 keer in de week en daarnaast wekelijks een papje. Na een jaar hebben de jongen hun volwassen grootte bereikt. Tenzij ze overvoerd worden, want dan hebben ze op een jongere leeftijd al die grootte, maar dan wordt de kleur/tekening minder mooi. Het is zo dat dieren die last hebben van vervetting ook gemiddeld genomen minder oud worden.
Hanteren:
Hoewel het wat stevigere beestjes zijn moeten ze wel met voorzichtigheid behandeld worden. Het blijven phelsuma's, dus ook de breviceps heeft een makkelijk scheurbare huid.
Foto's: phelsumae.ch