Eublepharis macularius
Engelse naam: Leopard Gecko
Duitse naam: Leopardgecko
Introductie:
De luipaardgekko (Eublepharis macularius) is een gekko uit de familie Eublepharidae. Het is een van de meest bekende en geliefde gekko’s in de reptielenwereld. Ook worden de diertjes vaak als eerste hagedis of reptiel uitgekozen. Deze caresheet behandelt de algemene informatie die men zou moeten weten om deze soort te kunnen houden. Deze caresheet kan dus als goede basis worden gebruikt om te beginnen met deze gekkosoort.
Naam en soorten:
De luipaardgekko dankt zijn Nederlandse naam uiteraard aan het gevlekte patroon dat overal op zijn lichaam voorkomt. Zijn wetenschappelijke naam dankt hij echter aan het feit dat hij beweegbare oogleden heeft, Eublepharis betekent namelijk letterlijk ‘echt ooglid’ en macularius ‘gevlekt’. Alle gekko’s die tot de onderfamilie Eublepharinae horen hebben beweegbare oogleden. Alle andere gekko’s hebben geen beweegbare oogleden, deze likken ze dan ook schoon in plaats van hun oogleden samen te knijpen.
Verspreidingsgebied:
De luipaardgekko komt oorspronkelijk uit de droge en warme gebieden van Afghanistan, Pakistan, India en Iran. De temperaturen in deze gebieden zijn extreem, in de zomer kan het 50 °C worden en in de winter -20 °C. De luipaardgekko heeft zich goed aan deze gebieden en temperaturen aangepast, maar meer hierover in het kopje ‘Algemene informatie’.
Algemene informatie:
Luipaardgekko’s kunnen van kop tot staart ongeveer 25 centimeter lang worden. Erg kenmerkend is hun staart die bijna net zo lang is als de romp en de kop. Deze staart dient dan ook niet alleen als vetvoorraad, maar ook als afleidingsmechanisme. Wanneer een roofdier het op een luipaardgekko gemund heeft, bestaat er de kans dat hij voor de staart gaat in plaats van voor de kop. Vervolgens kan de luipaardgekko zijn staart loslaten bij gevaar of wanneer hij eraan vastgepakt wordt, dit noemt men autotomie.
Gemiddeld weegt een volwassen luipaardgekko 50à 60 gram, hoewel dit kan oplopen tot 80 à 100 gram wanneer er veel vet in de staart is opgeslagen. Om in de barre omstandigheden waar de luipaardgekko voorkomt te kunnen leven, heeft het diertje zich goed aangepast. Hun tenen zijn bedekt met scherpe nageltjes en in tegenstelling tot veel andere gekko’s hebben ze geen hechtlamellen. Ook hebben ze een huid die ze tegen uitdroging beschermt en dankzij het niet-beweegbare ooglid is het makkelijker om stof te ontwijken of verwijderen. De levensverwachting van een luipaardgekko is 15 à 20 jaar.
In het wild hebben luipaardgekko’s een gele tot witte basiskleur, deze is bedekt met donkere stippen en strepen. Naast deze wildkleur bestaan er ontzettend veel morphs, Animal Project heeft hier een duidelijke uitleg over geschreven: animalproject.com/luipaardgekko/genetica-bij-luipaardgekkos
Terrarium:
De luipaardgekko is een echte bodembewoner, met zijn scherpe nageltjes en stevige huid wandelen ze het liefst op het laagste niveau in het terrarium. Hier dient dan ook rekening mee gehouden te worden wanneer een terrarium wordt uitgekozen. Zorg voor een terrarium dat langer is dan hoog, in een terrarium van (lxbxh) 100x50x50 kan een koppeltje of een trio gehouden worden. Hoewel een koppel al in een terrarium van (lxbxh) 60x30x30 past, raden wij aan om een wat groter terrarium aan te schaffen. Een groter terrarium geeft u niet alleen maar meer ruimte om in te richten, het verkleint ook de kans op territoriumdrift en de diertjes voelen zich er een stuk gelukkiger in.
In het terrarium dient de temperatuur op de warmste plek (onder de spot of op het warmtematje) niet hoger dan 35 °C te zijn. Op de koudste plek moet de temperatuur boven de 25 °C blijven. ’ S Nachts mag de temperatuur dalen tot 20 °C.
Wij geven onze luipaardgekko’s zo’n 12-14 uur licht per dag in de zomer, in de winter verlagen we dit tot ongeveer 8 uur per dag. Omdat luipaardgekko’s eigenlijk een nachtactieve gekko is, zijn UV lampen overbodig.
De luchtvochtigheid in het terrarium moet tussen de 40-50% liggen. Het is de bedoeling dat u dit niet bereikt door water te sprayen maar door een waterbakje en een stuk mos of keukenpapier dat vochtig gehouden wordt. Dit mos kunt u in gespecialiseerde reptielenwinkels kopen of op het internet.
Inrichting:
Zorg voor een mooie achtergrond in uw terrarium, dit voorkomt stress en de diertjes zullen zich een stuk rustiger gedragen. Een achtergrond van kurk wordt vaak gebruikt en is vrijwel ideaal, zorg er alleen wel voor dat u de kurken achterwand goed tegen het glas aanlijmt. Hiervoor kunt u het beste montagekit gebruiken, vergeet ook niet om de randen van de achterwand goed vast te lijmen. Wanneer dit niet goed gebeurt kunnen er openingen ontstaan in de achterwand waar krekels en andere voedseldieren zich in kunnen verstoppen.
Als bodembedekking kan er zand, papier of leisteen tegels gebruikt worden. Beide hebben hun positieve en negatieve punten:
Verder wordt het ook afgeraden om houtsnippers en dergelijke te gebruiken. Tijdens het jagen kunnen de gekko’s delen inslikken, en in tegenstelling tot zand komen deze stukken er niet zo makkelijk uit.
Wanneer u uw terrarium inricht is het cruciaal om rekening te houden met de behoeftes van uw diertje. Zorg het liefst voor 2 schuilplaatsen per dier, zodat uw luipaardgekko(‘s) kunnen kiezen waar ze het liefst gaan liggen. Wanneer u een schuilplaats wilt creëren heeft u verschillende mogelijkheden:
Check alle schuilplaatsen in het terrarium minstens 2-3 keer per week op uitwerpselen of dode voedseldieren. Het is niet goed voor uw gekko wanneer deze blijven liggen.
Uiteraard mag ook een waterbakje niet ontbreken in het terrarium
Voedsel:
Zet nooit een bakje met vitaminepreparaten 24/7 in het terrarium van uw luipaardgekko, behalve als het gaat om 100% pure calcium. Er zijn gevallen bekend waarin luipaardgekko’s gestorven zijn aan een overdosis vitamine D3. Bepoeder de voedseldieren met een mengsel van calcium en vitamine 3, en bepoeder het eten dat langer in het terrarium blijft liggen met 100% calcium.
Volwassen luipaardgekko’s moeten 3 keer per week worden gevoerd, jonkies daarentegen moeten zowat elke dag worden gevoerd. Voor zowel volwassenen als jonkies geldt dat zij niet meer dan 3 keer per week krekels, rupsen, meelwormen, sprinkhanen, kakkerlakken etc. mogen. Zorg ervoor dat er altijd een ondiep schaaltje met daarin 100% calcium in het terrarium aanwezig is.
Voer luipaardgekko’s nooit pinky’s (babymuisjes). Niet alleen worden ze hier erg dik van, als ze eenmaal verslaaf zijn is het erg moeilijk om ze nog gezond voedsel te laten eten. Een teveel aan vet in hun dieet kan leiden tot lever lipidose (leververvettingsziekte).
Omdat jonge luipaardgekko’s nog een beetje onhandig zijn in het jagen, kunt u ze helpen door de achterpoten van de krekels af te halen. Hierdoor lopen ze een stuk minder snel en kan uw luipaardgekko ze makkelijker vangen. Zorg ervoor dat alle voedseldieren opgegeten worden. Loslopende voedseldieren kunnen stress veroorzaken bij uw luipaardgekko, de kans bestaat ook dat de voedseldieren aan de tenen van de luipaardgekko gaan knabbelen als hij slaapt.
Voortplanting:
Vrouwtjes zijn na ongeveer 8 maanden geslachtsrijp, echter wanneer u van plan bent om met luipaardgekko’s te kweken is het verstandig om te wachten tot het vrouwtje minstens 1 jaar oud is. Paren kost veel energie dus het vrouwtje moet goed op gewicht (45 gram) zijn en het juiste formaat hebben. Het vrouwtje zal ongeveer 2 eieren per legsel leggen.
De eieren dienen te worden uitgebroed bij een temperatuur van 26-33 °C overdag, ’s nachts mag de temperatuur enkele graden dalen. Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de kans op mannelijk geslacht en hoe lager de temperatuur, hoe groter de kans op vrouwelijk geslacht.
Hanteren:
Luipaardgekko’s zullen niet zo snel bijten en zijn over het algemeen erg vriendelijke diertjes. Vaak wordt er gevraagd of ze ook tam kunnen worden, hoewel dit verschilt per dier zullen ze nooit helemaal tam worden. Ondanks dat zijn het erg leuke diertjes en prima om mee te beginnen.
Met dank aan: Elizabeth Freer
Foto's: Dominique Pipet
Duitse naam: Leopardgecko
Introductie:
De luipaardgekko (Eublepharis macularius) is een gekko uit de familie Eublepharidae. Het is een van de meest bekende en geliefde gekko’s in de reptielenwereld. Ook worden de diertjes vaak als eerste hagedis of reptiel uitgekozen. Deze caresheet behandelt de algemene informatie die men zou moeten weten om deze soort te kunnen houden. Deze caresheet kan dus als goede basis worden gebruikt om te beginnen met deze gekkosoort.
Naam en soorten:
De luipaardgekko dankt zijn Nederlandse naam uiteraard aan het gevlekte patroon dat overal op zijn lichaam voorkomt. Zijn wetenschappelijke naam dankt hij echter aan het feit dat hij beweegbare oogleden heeft, Eublepharis betekent namelijk letterlijk ‘echt ooglid’ en macularius ‘gevlekt’. Alle gekko’s die tot de onderfamilie Eublepharinae horen hebben beweegbare oogleden. Alle andere gekko’s hebben geen beweegbare oogleden, deze likken ze dan ook schoon in plaats van hun oogleden samen te knijpen.
Verspreidingsgebied:
De luipaardgekko komt oorspronkelijk uit de droge en warme gebieden van Afghanistan, Pakistan, India en Iran. De temperaturen in deze gebieden zijn extreem, in de zomer kan het 50 °C worden en in de winter -20 °C. De luipaardgekko heeft zich goed aan deze gebieden en temperaturen aangepast, maar meer hierover in het kopje ‘Algemene informatie’.
Algemene informatie:
Luipaardgekko’s kunnen van kop tot staart ongeveer 25 centimeter lang worden. Erg kenmerkend is hun staart die bijna net zo lang is als de romp en de kop. Deze staart dient dan ook niet alleen als vetvoorraad, maar ook als afleidingsmechanisme. Wanneer een roofdier het op een luipaardgekko gemund heeft, bestaat er de kans dat hij voor de staart gaat in plaats van voor de kop. Vervolgens kan de luipaardgekko zijn staart loslaten bij gevaar of wanneer hij eraan vastgepakt wordt, dit noemt men autotomie.
Gemiddeld weegt een volwassen luipaardgekko 50à 60 gram, hoewel dit kan oplopen tot 80 à 100 gram wanneer er veel vet in de staart is opgeslagen. Om in de barre omstandigheden waar de luipaardgekko voorkomt te kunnen leven, heeft het diertje zich goed aangepast. Hun tenen zijn bedekt met scherpe nageltjes en in tegenstelling tot veel andere gekko’s hebben ze geen hechtlamellen. Ook hebben ze een huid die ze tegen uitdroging beschermt en dankzij het niet-beweegbare ooglid is het makkelijker om stof te ontwijken of verwijderen. De levensverwachting van een luipaardgekko is 15 à 20 jaar.
In het wild hebben luipaardgekko’s een gele tot witte basiskleur, deze is bedekt met donkere stippen en strepen. Naast deze wildkleur bestaan er ontzettend veel morphs, Animal Project heeft hier een duidelijke uitleg over geschreven: animalproject.com/luipaardgekko/genetica-bij-luipaardgekkos
Terrarium:
De luipaardgekko is een echte bodembewoner, met zijn scherpe nageltjes en stevige huid wandelen ze het liefst op het laagste niveau in het terrarium. Hier dient dan ook rekening mee gehouden te worden wanneer een terrarium wordt uitgekozen. Zorg voor een terrarium dat langer is dan hoog, in een terrarium van (lxbxh) 100x50x50 kan een koppeltje of een trio gehouden worden. Hoewel een koppel al in een terrarium van (lxbxh) 60x30x30 past, raden wij aan om een wat groter terrarium aan te schaffen. Een groter terrarium geeft u niet alleen maar meer ruimte om in te richten, het verkleint ook de kans op territoriumdrift en de diertjes voelen zich er een stuk gelukkiger in.
In het terrarium dient de temperatuur op de warmste plek (onder de spot of op het warmtematje) niet hoger dan 35 °C te zijn. Op de koudste plek moet de temperatuur boven de 25 °C blijven. ’ S Nachts mag de temperatuur dalen tot 20 °C.
Wij geven onze luipaardgekko’s zo’n 12-14 uur licht per dag in de zomer, in de winter verlagen we dit tot ongeveer 8 uur per dag. Omdat luipaardgekko’s eigenlijk een nachtactieve gekko is, zijn UV lampen overbodig.
De luchtvochtigheid in het terrarium moet tussen de 40-50% liggen. Het is de bedoeling dat u dit niet bereikt door water te sprayen maar door een waterbakje en een stuk mos of keukenpapier dat vochtig gehouden wordt. Dit mos kunt u in gespecialiseerde reptielenwinkels kopen of op het internet.
Inrichting:
Zorg voor een mooie achtergrond in uw terrarium, dit voorkomt stress en de diertjes zullen zich een stuk rustiger gedragen. Een achtergrond van kurk wordt vaak gebruikt en is vrijwel ideaal, zorg er alleen wel voor dat u de kurken achterwand goed tegen het glas aanlijmt. Hiervoor kunt u het beste montagekit gebruiken, vergeet ook niet om de randen van de achterwand goed vast te lijmen. Wanneer dit niet goed gebeurt kunnen er openingen ontstaan in de achterwand waar krekels en andere voedseldieren zich in kunnen verstoppen.
Als bodembedekking kan er zand, papier of leisteen tegels gebruikt worden. Beide hebben hun positieve en negatieve punten:
- Zand is bijna overal te verkrijgen en relatief goedkoop. Vaak wordt speelzand gebruikt maar andere soorten zoals rivierzand en ophoogzand worden ook gebruikt. Een nadeel aan zand is dat het vocht niet of nauwelijks opneemt maar het naar de bodem laat zakken. Maak de bodemplaat dus ook goed schoon wanneer u het zand vervangt.
Ook kunnen de diertjes het zand inslikken, wanneer uw diertjes gezond zijn is dit geen probleem. Bij zwakkere diertjes kunnen zich echter ophopingen ontstaan wanneer zij veel zand inslikken. Luipaardgekko’s slikken van nature zand in wanneer zij een gebrek aan calcium hebben. In hun oorspronkelijke leefgebied is de grond dan ook rijk aan mineralen. Omdat het zand in uw terrarium geen calcium bevat (m.u.v. calciumzand) zal de gekko zand blijven eten en kan er een ophoping ontstaan. Later komen wij hier nog op terug. Gebruik geen calciumzand! Uw gekko kan dan gewend raken aan zand eten en dat wilt u echt niet!
- Papier is overal te verkrijgen en zeer goedkoop. Het is zeer makkelijk te vervangen en neemt vocht goed op. Wanneer u de keuze maakt om papier als substraat te gebruiken, zorg er dan voor dat u een voedingsbakje gebruikt. Veel kwekers kiezen voor deze optie omdat het dus goedkoop en erg makkelijk is. Het beste voor de gekko is wanneer u blanco papier gebruikt, gekko’s hebben nog weleens de neiging om aan het papier te likken dus krantenpapier is niet de beste optie.
- Leisteentegels kunnen ook gebruikt worden als ondergrond. Ze zijn makkelijk schoon te maken (gewoon in de vaatwasser) maar zijn wel relatief duur. Ook het passend maken van de tegels in het terrarium kan moeilijkheden met zich meebrengen.
- Keramische tegels worden afgeraden, deze geleiden de warmte minder goed dan leisteen tegels. Ook de zogenaamde ‘Reptile carpets’ zijn een slecht idee. De tanden en klauwtjes van uw gekko kunnen erin vast komen te zitten. Ook herbergt zo’n tapijt veel bacteriën uit de uitwerpselen van uw gekko.
Verder wordt het ook afgeraden om houtsnippers en dergelijke te gebruiken. Tijdens het jagen kunnen de gekko’s delen inslikken, en in tegenstelling tot zand komen deze stukken er niet zo makkelijk uit.
Wanneer u uw terrarium inricht is het cruciaal om rekening te houden met de behoeftes van uw diertje. Zorg het liefst voor 2 schuilplaatsen per dier, zodat uw luipaardgekko(‘s) kunnen kiezen waar ze het liefst gaan liggen. Wanneer u een schuilplaats wilt creëren heeft u verschillende mogelijkheden:
- Stukken schors zijn ideale schuilplaatsen omdat ze zo natuurlijk zijn. Ze zijn makkelijk te verkrijgen en niet duur. Een nadeel van schors is dat het uit elkaar kan vallen en voedseldieren zich erin kunnen verschuilen.
- Takken vormen niet alleen schuilplaatsen, ze worden door de diertjes vaak ook gebruikt als zonneplaatsen. Ook stimuleren ze de diertjes om te klauteren en te klimmen wat goed voor ze is. Wanneer u hout van buiten wilt gebruiken, moeten dit eerst in een hete oven gedaan worden en vervolgens bevroren worden om alle (gifitge) sappen eruit te krijgen.
- Planten kunt u levend in uw terrarium zetten, maar het makkelijkst is om nep planten te kopen. Deze hebben niet het water of zonlicht nodig dat echte planten wel nodig hebben en zijn meestal vrij makkelijk schoon te maken. De nep planten die nu worden gemaakt zijn niet van echt te onderscheiden en ze creëren niet alleen schuilplaatsen, ze zorgen voor een natuur getrouwe ervaring en verminderen dus stress. Wanneer u een nep plant wilt uitzoeken, houd dan rekening met de natuurlijke omgeving van de luipaardgekko dus cactussen e.d. woestijnplanten zijn geschikt voor in het terrarium van de luipaardgekko.
- Stenen kunnen net als takken gebruikt worden als schuilplaats en als zonneplaats. Voor een terrarium waar een luipaardgekko in zit, raden wij aan flagstones te kopen. U kunt deze platte stenen opstapelen en er makkelijk schuilplaatsen mee maken. Zorg er wel voor dat uw constructie niet kan omvallen, luipaardgekko’s zijn nogal robuust en houden van graven. Desnoods kunt u de stenen vastlijmen.
- Kunststof schuilplaatsen zijn makkelijk te verkrijgen op het internet en op reptielenbeurzen. Ze zijn mooi vormgegeven en bieden een mooie schuilplaats voor uw diertjes. Het is belangrijk dat uw luipaardgekko zich veilig voelt in zijn schuilplaats, dus zorg dat u de grootte van de schuilplaats op de grootte van uw luipaardgekko afstemt. Deze kunststof grotten kunnen echter wel prijzig zijn.
- Lege ijsbakken met een gat erin kunnen ook gebruikt worden als schuilplaats. Hoewel dit zeker niet de mooiste oplossing is, is het wel erg goedkoop en makkelijk. Zorg ervoor dat het gat groot genoeg is, en schuur de randen van het gat goed glad zodat uw luipaardgekko zich er niet aan kan bezeren.
Check alle schuilplaatsen in het terrarium minstens 2-3 keer per week op uitwerpselen of dode voedseldieren. Het is niet goed voor uw gekko wanneer deze blijven liggen.
Uiteraard mag ook een waterbakje niet ontbreken in het terrarium
Voedsel:
Zet nooit een bakje met vitaminepreparaten 24/7 in het terrarium van uw luipaardgekko, behalve als het gaat om 100% pure calcium. Er zijn gevallen bekend waarin luipaardgekko’s gestorven zijn aan een overdosis vitamine D3. Bepoeder de voedseldieren met een mengsel van calcium en vitamine 3, en bepoeder het eten dat langer in het terrarium blijft liggen met 100% calcium.
Volwassen luipaardgekko’s moeten 3 keer per week worden gevoerd, jonkies daarentegen moeten zowat elke dag worden gevoerd. Voor zowel volwassenen als jonkies geldt dat zij niet meer dan 3 keer per week krekels, rupsen, meelwormen, sprinkhanen, kakkerlakken etc. mogen. Zorg ervoor dat er altijd een ondiep schaaltje met daarin 100% calcium in het terrarium aanwezig is.
Voer luipaardgekko’s nooit pinky’s (babymuisjes). Niet alleen worden ze hier erg dik van, als ze eenmaal verslaaf zijn is het erg moeilijk om ze nog gezond voedsel te laten eten. Een teveel aan vet in hun dieet kan leiden tot lever lipidose (leververvettingsziekte).
Omdat jonge luipaardgekko’s nog een beetje onhandig zijn in het jagen, kunt u ze helpen door de achterpoten van de krekels af te halen. Hierdoor lopen ze een stuk minder snel en kan uw luipaardgekko ze makkelijker vangen. Zorg ervoor dat alle voedseldieren opgegeten worden. Loslopende voedseldieren kunnen stress veroorzaken bij uw luipaardgekko, de kans bestaat ook dat de voedseldieren aan de tenen van de luipaardgekko gaan knabbelen als hij slaapt.
Voortplanting:
Vrouwtjes zijn na ongeveer 8 maanden geslachtsrijp, echter wanneer u van plan bent om met luipaardgekko’s te kweken is het verstandig om te wachten tot het vrouwtje minstens 1 jaar oud is. Paren kost veel energie dus het vrouwtje moet goed op gewicht (45 gram) zijn en het juiste formaat hebben. Het vrouwtje zal ongeveer 2 eieren per legsel leggen.
De eieren dienen te worden uitgebroed bij een temperatuur van 26-33 °C overdag, ’s nachts mag de temperatuur enkele graden dalen. Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de kans op mannelijk geslacht en hoe lager de temperatuur, hoe groter de kans op vrouwelijk geslacht.
Hanteren:
Luipaardgekko’s zullen niet zo snel bijten en zijn over het algemeen erg vriendelijke diertjes. Vaak wordt er gevraagd of ze ook tam kunnen worden, hoewel dit verschilt per dier zullen ze nooit helemaal tam worden. Ondanks dat zijn het erg leuke diertjes en prima om mee te beginnen.
Met dank aan: Elizabeth Freer
Foto's: Dominique Pipet