Phelsuma kochi
Engelse naam: Koch's Giant Day Gecko
Introductie en verspreidingsgebied:
De Phelsuma kochi is een hagedis uit de familie Gekkota en behoort tot de onderfamilie Gekkonidae. Ze komen voor in het noorden en noordwesten van Madagaskar. Hier leven ze voornamelijk op bomen met een gladde bast en in struiken op niet hoger dan 4 meter van de grond. Zoals te zien is aan de naam is het diertje genoemd naa K.L. Koch.
Algemene informatie:
Volgroeide mannetjes bereiken een totale lengte tussen de 22 centimeter en de 24 centimeter. De vrouwtjes blijven meestal wat kleiner en worden zo’n 20 centimeter tot 22 centimeter groot. De kleur van volwassen dieren is aan de bovenzijde van grijsgroen tot blauwgroen. Verder zitten er roodbruine vlekken verspreid over de rug, deze zijn bij ieder dier verschillend qua grote en vorm. De onderzijde is witachtig. Van het neusgat tot het oog loopt een roodbruine streep.
Terrarium:
Een terrarium van (lxbxh) 60x40x80 is groot genoeg voor een koppel. Er wordt aangeraden de diertjes alleen in koppels van 2 te houden omdat meerdere mannetjes of vrouwtjes in 1 terrarium zich agressief tegenover elkaar kunnen gaan gedragen.
Inrichting:
Als bodembedekking kan men cocopeat gebruiken, dit neemt vocht erg goed op en draagt bij aan de luchtvochtigheid in het terrarium. Ook planten doen het goed in deze bodembedekking. Hoewel de dieren er vrij weinig op zullen lopen is het toch handig om de juiste soort bodembedekking te kiezen.
De gemmidelde temperatuur overdag moet tussen 25-30˚C zijn. `s Nachts mag de temperatuur uiterlijk dalen tot 18˚C.
U kunt een warmte lamp gebruiken om deze temperaturen te bereiken, maar dat is niet noodzakelijk. Een UV-B lamp echter is wel noodzakelijk. Hier krijgt het diertje bepaalde vitaminen uit, zoals calcium en vitamine D3. Geef ze ongeveer 12 uur licht per dag.
Het terrarium mag een aantal keer per dag besproeid worden, de luchtvochtigheid moet tussen de 50-60% liggen. Let op dat de luchtvochtigheid precies goed is: te droog en de diertjes kunnen uitdrogen, te nat en ze kunnen infecties krijgen in hun luchtwegen. De dieren maken goed gebruik van het vernevelde water, ze likken het van de planten en ruiten. Wanneer u ziet dat een diertje aan het vervellen is, helpt het om hem wat te besproeien, dit helpt bij het vervellen.
Het is wordt aangeraden het terrarium te vullen met bamboestokken. Zodoende creëert men schuilplaatsen, koelte plaatsen, afzetmogelijkheden en klimmogelijkheden. U kunt de stukken bamboe horizontaal zetten (onder de warmtelamp) maar ook verticaal. Men kan het terrarium ook vullen met planten om klimmogelijkheden te creëren: Sanseveria, Philondendron scandens, Dracaena, Yucca en Bromelia zijn geschikt om in het terrarium te plaatsen van Phelsuma.
Voedsel:
Het zijn voornamelijk insecteneters, geef de dieren dus 3 keer per week 3-4 voedseldieren (bepoederd met calcium- of vitaminepreparaat).
2 Keer per week kan men ze wat fruit geven (in kleine stukjes of geprakt). Qua insecten eten ze vooral de standaard insecten: meelwormen, moriowormen, sprinkhanen, krekels, kakkerlakken en wasmotlarven. U kunt de voedseldieren ook fruit en groente geven zodat de gekko's ze ook binnenkrijgen.
Jonge daggekko's hebben veel kalk en vitaminen nodig en zijn berucht omdat ze in een bierdop nog weten te verdinken. Zij hebben veel kalk en vitaminen nodig. Bepoeder dus elke voeder beurt de insecten of het voer met kalk en vitaminen. Hier is een speciaal poeder voor genaamd phelsumax. Dit is bij veel dierenwinkels niet te krijgen dus zult u echt naar een reptielenspeciaalzaak moeten gaan.
Maar om voor wat afwisseling te zorgen kunt u ook een paar keer per week wat stukjes fruit of honing geven. Denk bij fruit vooral aan mango, banaan, sinaasappel en andere vocht bevattende fruit soorten.
Voortplanting:
Bij het baltsen bewegen de dieren de kop en staart snel heen en weer. Het mannetje bijt zich vast in de linker of rechter hals van het vrouwtje en brengt zijn hemipenis in de cloacaopening van het vrouwtje. Zijn staart schuift hij hierbij ver mogelijk onder de staartwortel van het vrouwtje, zodat de cloacaopening van beide goed tegen elkaar kunnen worden gedrukt. De eieren ontwikkelen zich dan in ongeveer 3 tot 4 weken. Meestal bestaat een legsel uit 2 eieren, een ei heeft een gemiddelde doorsnede van 13 tot 14 mm. Het kan ook voorkomen dat er slechts 1 ei wordt gelegd.
Als legplaats worden vaak de bladoksels van de Sanseveria’s of de stukken bamboe die toegankelijk zijn gebruikt. De eieren worden over het algemeen onderling aan elkaar geplakt en daarna los in de gebruikte legplaats gelegd, de Phelsuma kochi is dus een vrijlegger.
De eieren dienen zo snel mogelijk na het leggen uit het terrarium te worden weggenomen en in een incubator te worden gelegd. De incubatietemperatuur zal tussen de 26-32 ˚C moeten liggen. De incubatietijd bedraagt 45 tot 60 dagen.
De jongen onderscheiden zich heel duidelijk van de ouders door hun helgroene rug en de zeer intensief gekleurde rode rugtekening. Jongen van dezelfde grootte kunnen over het algemeen in groepen worden groot gebracht, echter optimaler is het alleen opkweken van de dieren. De jongen groeien zeer snel en zijn onder normale omstandigheden na 8 maanden net zo groot als de ouders en zijn naar ongeveer 15 maanden geslachtsrijp.
Pasgeboren jonkies dienen krekel maatje 3 of 4 (e.e.a. is afhankelijk van de leverancier, de ene keer is 4 te groot en de andere keer perfect) en fruitvliegen (groot en klein) te krijgen. U kunt zo'n 3 dagen na de geboorte beginnen met voeren. De jonge Phelsuma's krijgen gemiddeld zo'n 2x per week krekels en/of fruitvliegen en 1x per week papje.
Met dank aan: Eddy Mannak
Foto's: Heiko Wehner
Introductie en verspreidingsgebied:
De Phelsuma kochi is een hagedis uit de familie Gekkota en behoort tot de onderfamilie Gekkonidae. Ze komen voor in het noorden en noordwesten van Madagaskar. Hier leven ze voornamelijk op bomen met een gladde bast en in struiken op niet hoger dan 4 meter van de grond. Zoals te zien is aan de naam is het diertje genoemd naa K.L. Koch.
Algemene informatie:
Volgroeide mannetjes bereiken een totale lengte tussen de 22 centimeter en de 24 centimeter. De vrouwtjes blijven meestal wat kleiner en worden zo’n 20 centimeter tot 22 centimeter groot. De kleur van volwassen dieren is aan de bovenzijde van grijsgroen tot blauwgroen. Verder zitten er roodbruine vlekken verspreid over de rug, deze zijn bij ieder dier verschillend qua grote en vorm. De onderzijde is witachtig. Van het neusgat tot het oog loopt een roodbruine streep.
Terrarium:
Een terrarium van (lxbxh) 60x40x80 is groot genoeg voor een koppel. Er wordt aangeraden de diertjes alleen in koppels van 2 te houden omdat meerdere mannetjes of vrouwtjes in 1 terrarium zich agressief tegenover elkaar kunnen gaan gedragen.
Inrichting:
Als bodembedekking kan men cocopeat gebruiken, dit neemt vocht erg goed op en draagt bij aan de luchtvochtigheid in het terrarium. Ook planten doen het goed in deze bodembedekking. Hoewel de dieren er vrij weinig op zullen lopen is het toch handig om de juiste soort bodembedekking te kiezen.
De gemmidelde temperatuur overdag moet tussen 25-30˚C zijn. `s Nachts mag de temperatuur uiterlijk dalen tot 18˚C.
U kunt een warmte lamp gebruiken om deze temperaturen te bereiken, maar dat is niet noodzakelijk. Een UV-B lamp echter is wel noodzakelijk. Hier krijgt het diertje bepaalde vitaminen uit, zoals calcium en vitamine D3. Geef ze ongeveer 12 uur licht per dag.
Het terrarium mag een aantal keer per dag besproeid worden, de luchtvochtigheid moet tussen de 50-60% liggen. Let op dat de luchtvochtigheid precies goed is: te droog en de diertjes kunnen uitdrogen, te nat en ze kunnen infecties krijgen in hun luchtwegen. De dieren maken goed gebruik van het vernevelde water, ze likken het van de planten en ruiten. Wanneer u ziet dat een diertje aan het vervellen is, helpt het om hem wat te besproeien, dit helpt bij het vervellen.
Het is wordt aangeraden het terrarium te vullen met bamboestokken. Zodoende creëert men schuilplaatsen, koelte plaatsen, afzetmogelijkheden en klimmogelijkheden. U kunt de stukken bamboe horizontaal zetten (onder de warmtelamp) maar ook verticaal. Men kan het terrarium ook vullen met planten om klimmogelijkheden te creëren: Sanseveria, Philondendron scandens, Dracaena, Yucca en Bromelia zijn geschikt om in het terrarium te plaatsen van Phelsuma.
Voedsel:
Het zijn voornamelijk insecteneters, geef de dieren dus 3 keer per week 3-4 voedseldieren (bepoederd met calcium- of vitaminepreparaat).
2 Keer per week kan men ze wat fruit geven (in kleine stukjes of geprakt). Qua insecten eten ze vooral de standaard insecten: meelwormen, moriowormen, sprinkhanen, krekels, kakkerlakken en wasmotlarven. U kunt de voedseldieren ook fruit en groente geven zodat de gekko's ze ook binnenkrijgen.
Jonge daggekko's hebben veel kalk en vitaminen nodig en zijn berucht omdat ze in een bierdop nog weten te verdinken. Zij hebben veel kalk en vitaminen nodig. Bepoeder dus elke voeder beurt de insecten of het voer met kalk en vitaminen. Hier is een speciaal poeder voor genaamd phelsumax. Dit is bij veel dierenwinkels niet te krijgen dus zult u echt naar een reptielenspeciaalzaak moeten gaan.
Maar om voor wat afwisseling te zorgen kunt u ook een paar keer per week wat stukjes fruit of honing geven. Denk bij fruit vooral aan mango, banaan, sinaasappel en andere vocht bevattende fruit soorten.
Voortplanting:
Bij het baltsen bewegen de dieren de kop en staart snel heen en weer. Het mannetje bijt zich vast in de linker of rechter hals van het vrouwtje en brengt zijn hemipenis in de cloacaopening van het vrouwtje. Zijn staart schuift hij hierbij ver mogelijk onder de staartwortel van het vrouwtje, zodat de cloacaopening van beide goed tegen elkaar kunnen worden gedrukt. De eieren ontwikkelen zich dan in ongeveer 3 tot 4 weken. Meestal bestaat een legsel uit 2 eieren, een ei heeft een gemiddelde doorsnede van 13 tot 14 mm. Het kan ook voorkomen dat er slechts 1 ei wordt gelegd.
Als legplaats worden vaak de bladoksels van de Sanseveria’s of de stukken bamboe die toegankelijk zijn gebruikt. De eieren worden over het algemeen onderling aan elkaar geplakt en daarna los in de gebruikte legplaats gelegd, de Phelsuma kochi is dus een vrijlegger.
De eieren dienen zo snel mogelijk na het leggen uit het terrarium te worden weggenomen en in een incubator te worden gelegd. De incubatietemperatuur zal tussen de 26-32 ˚C moeten liggen. De incubatietijd bedraagt 45 tot 60 dagen.
De jongen onderscheiden zich heel duidelijk van de ouders door hun helgroene rug en de zeer intensief gekleurde rode rugtekening. Jongen van dezelfde grootte kunnen over het algemeen in groepen worden groot gebracht, echter optimaler is het alleen opkweken van de dieren. De jongen groeien zeer snel en zijn onder normale omstandigheden na 8 maanden net zo groot als de ouders en zijn naar ongeveer 15 maanden geslachtsrijp.
Pasgeboren jonkies dienen krekel maatje 3 of 4 (e.e.a. is afhankelijk van de leverancier, de ene keer is 4 te groot en de andere keer perfect) en fruitvliegen (groot en klein) te krijgen. U kunt zo'n 3 dagen na de geboorte beginnen met voeren. De jonge Phelsuma's krijgen gemiddeld zo'n 2x per week krekels en/of fruitvliegen en 1x per week papje.
Met dank aan: Eddy Mannak
Foto's: Heiko Wehner